In mijn vorige blogs las je over mijn pogingen om meer
structureel geloofsonderwijs te geven in ons gezin. Mijn probleem is eigenlijk
dat we vooral rondom hoogtijdagen zoals Pasen en Kerstmis heel actief zijn met
knutselen en voorlezen rondom geloofsonderwerpen en dan… het veeleisende leven
van alledag neemt weer de overhand en het geloofsonderwijs zakt weer in. Wat
jammer toch van al die bijbelverhalen en levenslessen die zo niet aan bod
komen! Wie heeft dat ook?
Volgens mij is er één groot hulpmiddel en één grote kapstok
die het structureel geven van geloofsonderwijs aanzienlijk makkelijker maakt en
dat hulpmiddel is het “ontwerpen van je eigen tradities” en de grote kapstok is
het kerkelijke jaar. Onder tradities versta ik allerlei gebruiken en gewoontes
die steeds weer terug komen rond een bepaalde tijd. Bij ons is het bijvoorbeeld
al enkele jaren traditie om in de kerstvakantie eens de grote legobouwwerken op
te gaan bouwen. Daar zijn ze dagen zoet mee. Waar ze ook ieder jaar weer naar
uit kijken is wanneer papa in de kerstvakantie zijn modelspoorbaan van zolder
haalt en onze woonkamer omtovert tot één groot spoorwegmuseum. Dat doen we echt
maar één keer per jaar!! De kinderen kijken er naar uit en genieten er dubbel
van, ook al doen we ieder jaar hetzelfde. Dat is volgens mij de kracht van de
traditie. Bijkomend fijn feit is dat je niet ieder jaar opnieuw het wiel uit
hoeft te vinden (wat zullen we nu toch weer in de kerstvakantie gaan doen). En
zo werkt het volgens mij ook met catechese. In een jaar heb je al
lente-zomer-herfst-winter, een cyclisch proces wat je in de natuur kunt
beleven. In het kerkelijk jaar heb je ook allerlei hoogtepunten/ -feesten die
het jaar vorm geven. Je hebt Advent, Kerst, Driekoningen, Aswoensdag,
Veertigdagentijd, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren. En in de katholieke kerk komen
daar nog eens de meimaand, sacramentsdag, allerheiligen, allerzielen, Maria ten
hemelopneming en Christus Koning bij. En ik ben zo nog lang niet compleet. Je
kunt het jaar ook opdelen in de “liturgische kleuren”, de kleuren die de
priester in de kerk draagt op bepaalde momenten in het jaar. Je krijgt dan
Advent (paars), Kersttijd (wit), gewone tijd door het jaar (groen),
veertigdagentijd (paars), Paastijd (wit) en weer tijd door het jaar (groen). In
deze vakken kun je besluiten aandacht te geven aan bepaalde bijbelonderdelen.
In de tijd door het jaar bijvoorbeeld een aantal belangrijke oudtestamentische
verhalen en parabels van Jezus, in de veertigdagentijd, paastijd, advent en
kersttijd de teksten die in de kerk worden voorgelezen.
In mijn montessori-catechese-klasje (“Goede Herder Catechese”)
is er ook een duidelijke structuur door het jaar heen te herkennen. Zo staan in
de Advent altijd 1 of 2 profetieën over de komst van Jezus op het programma. Ik
vind het geweldig dat die mooie teksten van de profeten (die vaak vergeten
worden) hier een vast plekje hebben gekregen! Afgelopen week heb ik met de
kinderen uit mijn klasje (6-9 jaar) de ‘profetie van de bergen en de dalen’
besproken. Dat is heel gemakkelijk en haast zonder voorbereiding te doen! Het
ging om deze tekst van de profeet Jesaja (40: 3-5):
Luister, iemand roept:
‘Bereid de HEER een weg in de woestijn,
in het dorre land, een rechte baan voor onze God.
‘Bereid de HEER een weg in de woestijn,
in het dorre land, een rechte baan voor onze God.
Elk dal moet
worden opgehoogd,
en elke berg en heuvel moet worden afgegraven;
oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden worden een vlakte.
en elke berg en heuvel moet worden afgegraven;
oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden worden een vlakte.
De heerlijkheid van de HEER zal
zich openbaren, en alle mensen zullen haar zien,
want de mond van de HEER heeft gesproken.’
want de mond van de HEER heeft gesproken.’
Bij de Goede Herder Catechese lezen de kinderen uit de ‘echte’
bijbel, en dus geen kinderbijbel. Het principe daarbij is dat kinderen zo
serieus genomen worden en dat zij het Woord van God mogen horen zo compleet als
het is, en niet vertaald in kindertaal. Moeilijke woorden worden wel uitgelegd
en over de betekenis praat je samen. Je gaat dan samen zoeken naar de betekenis
van de tekst en niet als juf-leerling van ‘ik-zal-jou-wel-eens-even-uitleggen-wat-hier-bedoeld-wordt’.
Alleen vragen stellen is dus niet zo’n goede pedagogiek, behalve een
verwonderingsvraag: “Ik vraag me af…” Waar na je samen nadenkt. Vragen kun je
alleen stellen om voorkennis te activeren, niet om dingen aan te leren. Eerst
moet je de kinderen bepaalde kennis geven, voordat je er naar kunt vragen! Dit
is een valkuil waar vele juffen en meesters nog intrappen… Let maar eens op of
je het zelf wel eens doet.
De les verliep als volgt:
Ik verzamelde de kinderen rondom de Bijbel.
Ik: “Vorige keer heeft juf … jullie verteld dat we in een
bijzondere tijd zitten in de kerk. Wie weet nog welke tijd dat is?”
Allen: “De Advent.”
Ik: “Ja, het is Advent, je ziet het ook overal aan de paarse
kleur, de kleur van de voorbereiding, weten jullie nog? In de Advent zien we
uit naar de komst van Jezus. Vroeger, voor de tijd van Jezus, waren er veel
profeten, die over de komst van Jezus vertelden. Wat zijn profeten?” (Dit
antwoord komt in iedere les over profeten voor, dus sommige kinderen weten het
al)
E: “Een profeet is iemand die luistert naar wat God zegt en
het doorvertelt aan de andere mensen.”
Ik: “Heel goed. In de Advent lezen we heel veel van een
profeet die veel gesproken heeft over de komst van Jezus…”
J: “Jesaja!”
Ik: “Ja inderdaad, Jesaja. Vandaag wil ik jullie een stukje
uit de profeet Jesaja voorlezen over de bergen en de dalen.”
Luister, iemand roept:
‘Bereid de HEER een weg in de woestijn,
in het dorre land, een rechte baan voor onze God.
‘Bereid de HEER een weg in de woestijn,
in het dorre land, een rechte baan voor onze God.
Elk dal moet worden opgehoogd,
en elke berg en heuvel moet worden afgegraven;
oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden worden een vlakte.
en elke berg en heuvel moet worden afgegraven;
oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden worden een vlakte.
De heerlijkheid
van de HEER zal
zich openbaren, en alle mensen zullen haar zien,
want de mond van de HEER heeft gesproken.’
want de mond van de HEER heeft gesproken.’
“Ik vraag me af wat Jesaja daar mee bedoeld, met “een rechte
baan maken” ….
P: “Onze Lieve Heer wil gewoon een snelweg waarover Hij heel
snel met zijn koets naar… kan gaan!”
Ik: “Zou dat, wat denk jij C. Zou Jesaja dat letterlijk of
figuurlijk bedoelen, maak de dalen weer hoger en de bergen platter, zodat er
een rechte weg kan komen?”
C: “Ik denk niet letterlijk.”
Ik: “Soms gebruikt de Bijbel ook bepaalde beelden om iets te
zeggen, en ik vraag me af wat er nou bedoeld wordt met die rechte weg? Wie gaat
er komen met Kerstmis? Wie gaat er naar ons toe komen?”
R: “Jezus.”
Ik: “En als die naar ons toe komt, kan Hij dan makkelijk ons
hart binnen komen? Of zijn er op sommige plaatsen nog wat hobbels en kuilen,
wat bergen en dalen of wat ruige grond?”
C: “Ja! Dat zijn er obstakels op de weg naar ons hart en die
moeten we nog aan de kant ruimen door vergeving te vragen!”
E: “Door te biechten.”
Ik: “Ja, dat kan, vergeving vragen. Zo kan Jezus makkelijker
bij ons komen en kunnen we hem goed verwelkomen in ons hart met Kerstmis, als
Hij komt, inderdaad. Ik wens jullie allemaal toe, dat jullie Kerstmis zo kunnen
vieren, dat Jezus –zoef- recht in je hart kan komen!”
(Eventueel kun je hier kort bidden, bijvoorbeeld om Jezus te
vragen dat alle kinderen zich goed mogen voorbereiden op Kerstmis, hun hartje
mooi mogen maken en helemaal opendoen voor de komst van het Kerstkind.)
En dat was alles. Enkel een Bijbel nodig en nauwelijks
voorbereiding. Het gesprekje lijkt zo van tevoren bedacht, maar het liep
spontaan zo, dat verhaal van de weg naar je hart viel me spontaan in tijdens
het praten met de kinderen. Zo zoek je samen naar de betekenis van de tekst.
Ook tegen jou is het Woord gesproken!
Voorbeelden van andere profetieën die je zou kunnen lezen
met je kinderen:
Ik zie hem,
maar niet in het heden,
ik aanschouw hem,
maar niet van nabij;
een ster
komt uit Jakob,
een scepter
rijst op uit Israël
Numeri 24, 17
Een twijg
ontspruit aan
de stronk
van Isaï,
een telg
ontbloeit
aan zijn
wortel.
De geest van
Jahwe
rust op hem,
een geest
van wijsheid
en inzicht,
een geest
van beleid
en sterkte,
een geest
van kennis
en ontzag
voor Jahwe,
hij ademt
ontzag
voor Jahwe.
Jesaja 11,
1-3a
De wolf en
het lam wonen samen,
de panter
vlijt zich neer naast het bokje,
het kalf en
de leeuw weiden samen:
een kleine
jongen kan ze hoeden.
De koe en de
berin sluiten vriendschap,
hun jongen
liggen bijeen.
De leeuw eet
haksel als het rund,
de zuigeling
speelt bij het hol van de
adder,
het kind
strekt zijn hand uit naar het
nest van de
slang.
Niemand doet
nog kwaad of handelt
nog
verderfelijk op heel mijn heilige
berg;
want de
kennis van Jahwe vervult het
hele land,
zoals het
water heel de bodem van de zee
bedekt.
Jesaja
11,6-9
Lees eens een profetie met je kind en praat er over met
elkaar.
Denk ook eens voor je zelf na: Welke tradities houdt ons
gezin er op na met Advent, Kerstmis, Driekoningen, Aswoensdag,
Veertigdagentijd, de Goede Week, Pasen etcetera? Welke tradities wil ik
vasthouden en met welke feesten doen we eigenlijk te weinig? Wat kan ik dan
allemaal doen? Welke onderdelen van de Bijbel horen mijn kinderen nooit? We
zouden elkaar kunnen helpen door te delen welke tradities jij onderhoudt
gedurende het jaar. Laat het aan elkaar weten middels het reactieformulier hieronder.